Wat is RFT?

RFT staat voor Relational Frame Theory en is ontwikkeld door met name Dermot-Barnes Holmes en Yvonne Barnes-Holmes. Steven Hayes heeft de eerste aanzet gegeven tot het ontwikkelen van deze theorie. Daarnaast hebben veel mensen meegewerkt aan onderzoek naar en theorievorming binnen de RFT. Hij is gebaseerd op zeer uitgebreid empirisch onderzoek naar taal en cognitie.

RFT gaat over hoe wij mensen ons op een symbolische manier tot de wereld kunnen verhouden. We kunnen taal gebruiken om de wereld te beschrijven en evalueren, inclusief onze eigen binnenwereld. We leggen relaties tussen woorden en datgene waar die woorden naar verwijzen, maar ook tussen (andere) symbolen en datgene waar symbolen naar verwijzen. Bijvoorbeeld wanneer we het woord ‘kat’ gebruiken verwijzen we naar een bepaalde diersoort. Maar we kunnen ook een plaatje van een kat laten zien en dat plaatje verwijst eveneens naar een bepaalde diersoort.

Dat wij relaties kunnen leggen is belangrijk, omdat die relaties ervoor kunnen zorgen dat iets betekenis krijgt of van betekenis verandert. We spreken binnen de RFT dan van ’transformatie van stimulusfuncties’. Een stimulus kan vele functies of betekenissen hebben. Met stimulus bedoelen we woorden, symbolen en de fysieke gebeurtenissen. Het woord ‘kat’ kan een prettig gevoel oproepen, als je van katten houdt. Het kan herinneringen oproepen aan katten waar je mee te maken gehad hebt. Je kunt voor je geestesoog een kat visualiseren, of horen mauwen. Je kunt een verhaal vertellen over katten. Je kunt je klaarmaken om weg te lopen als iemand zegt dat hij een kat ziet in jouw buurt. Dit zijn allemaal mogelijke functies van het woord ‘kat’.

Hoewel dieren in staat zijn om op taal te reageren, zijn ze niet in staat om zelf nieuwe taal te bedenken, wat mensen wel kunnen. Dit wordt binnen de RFT ‘derived knowing’ genoemd: afgeleid weten. Dit ontstaat doordat mensen zelf verbanden kunnen leggen. Als iemand leert dat ‘mela’ Italiaans is voor appel en ‘pomme’ Frans is voor appel, dan kan hij zelf afleiden dat ‘mela’ en ‘pomme’ dezelfde betekenis hebben, zonder dat iemand dat hoeft uit te leggen.

De RFT bouwt voort op principes van operante en klassieke conditionering. Bij conditionering is er sprake van associaties (tussen een antecedente stimulus en gedrag of tussen gedrag en een consequente stimulus). Tijd, of volgorde van presentatie is een belangrijke factor bij conditionering. De associatie gaat van eerder naar later. Deze principes op zich zijn niet in staat om te verklaren hoe mensen nieuwe taal kunnen bedenken en nieuwe verbanden kunnen leggen. RFT kan dit wel. Relaties zijn wederkerig of kunnen gecombineerd worden. De volgorde is hierbij veel minder van belang.

Er zijn verbanden tussen ACT en RFT, maar RFT is veel breder toepasbaar. Er zijn ontwikkelingen gaande om RFT toe te kunnen passen in de assessment en behandeling van psychologische inflexibiliteit. De principes van RFT maken een grote precisie mogelijk in het therapeutische werk.

Meer weten? Op de sites GO-RFT en Perspectives Ireland vind je een schat aan informatie.