Een van de mooiste complimenten die ik kan krijgen bij een workshop of cursus ACT is dat ik ACT uitdraag in mijn doen en laten. Waarom dat zo belangrijk voor mij is wil ik hieronder graag aan je uitleggen.

Dit zijn de drie belangrijke manieren waarop wij als therapeuten, gedragsveranderaars onze clienten kunnen helpen hun gedrag te veranderen: Model, instigate, reinforce. Sta voor wat je uitdraagt, creeer gelegenheid voor nieuw gedrag en bekrachtig. (uit: Pierson H. en Hayes S.C. (2007). Using acceptance and commitment therapy to empower the therapeutic relationship. In: Gilbert P. en Leahy R.L. (Eds.) The therapeutic relationship in the cognitive behavioral psychotherapies. Londen/New York:). Graag wil ik het met je hebben over ‘staan voor wat je uitdraagt’.

In de pauze van een workshop vertelde Steven Hayes me over fouten die hij gemaakt had in de relatie met zijn kinderen. Waarom deed hij dat? Eerder die ochtend had ik met hem een realplay gedaan. Een realplay is een rollenspel (role play) waarbij je in de rol van client werkt aan iets uit je eigen leven. En ik had gewerkt aan de fouten die ik gemaakt heb in de relatie met mijn kinderen. Steven Hayes was in de rol van therapeut en deed ons voor hoe je op een ACT manier kunt werken. Hij danste door de hexaflex. En in de pauze leefde hij ACT voor. Door met mij zijn kwetsbaarheid te delen, door mij te laten weten dat ik niet de enige ben die worstelt en fouten maakt en pijn heeft als het gaat om de relatie met je kinderen. De man die ACT nota bene heeft ontwikkeld.

In de gedragstherapie is voorleven, model staan een belangrijk en veronachtzaamd leerprincipe. Er is niet eens een mooi Nederlands woord voor. Modelleren wordt het genoemd. Misschien ken je Albert Bandura van de term self-efficacy. Maar hij onderzocht ook in de zestiger en zeventiger jaren van de vorige eeuw  leren door observeren. Hij bestudeerde kinderen die een ander kind iets zagen doen dat daarvoor beloond of bestraft werd. Hij zag dat de kijkende kinderen later datzelfde gedrag als dat andere kind gingen vertonen in vergelijkbare situaties. Dit leerproces vindt volkomen onbewust plaats. We weten niet dat we gedrag van anderen overnemen, als de omstandigheden juist zijn.

Modelleren kan plaatsvinden als we ons kunnen identificeren met het ‘model’. We moeten voldoende gelijkenis zien met de persoon wiens gedrag we zouden kunnen overnemen. Daarom is het zo belangrijk dat we ons als gelijke kunnen opstellen in de therapiekamer. Niet als de deskundige, niet als de leermeester, maar als iemand die in hetzelfde schuitje zit. Iemand die worstelt en zoekt, die fouten maakt en onzeker is. Iemand die waarden heeft, en daar naar wil leven.

Modelleren is een belangrijk gegeven voor therapeuten en andere gedragsveranderaars. Je kunt nog zo je best doen om het gedrag van je clienten te veranderen, als de boodschap die je zelf uitdraagt daar niet mee correspondeert zou het wel eens heel lastig kunnen worden.

Maar hoe bereik je dat je staat voor wat je uitdraagt? Het is een onbewust proces, niet alleen voor de observator, maar ook voor de geobserveerde. Daarom geloof ik in het toepassen van ACT in je eigen leven. Als je ACT doet buiten de therapiekamer, zul je ook ACT doen binnen de therapiekamer. Natuurlijk is het niet altijd mogelijk om je psychologisch flexibel te gedragen. Niet in je eigen leven, niet in de therapiekamer. En dat hoeft ook niet (zie ook de blog over fouten maken). Als je laat zien dat het belangrijk voor je is om dit naar beste vermogen te doen, ben je volgens mij de beste ACT therapeut die je kunt zijn.

© J. A-Tjak.